Algemene huurvoorwaarden voor de leden van de BOVAG Verhuurbedrijven
Deze Algemene Voorwaarden van BOVAG Verhuurbedrijven zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond en de ANWB in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal Economische Raad.
voorwaarden consument
ALGEMENE VOORWAARDEN VERHUUR- EN DEELAUTOBEDRIJVEN BOVAG (zonder deelauto bijlage)
Drukversie: februari 2021
Deze Algemene Voorwaarden voor verhuur- en deelautobedrijven zijn tot stand gekomen in overleg met de ANWB in het kader van de SER Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg en treden in werking per 1 februari 2021.
Begripsomschrijving In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Het voertuig: de auto, inclusief de onderdelen en accessoires die worden gehuurd; Auto: een personenauto of een bedrijfsauto; Huurder: de natuurlijke persoon die als huurder de overeenkomst sluit; Verhuurder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon lid van BOVAG die als verhuurder de overeenkomst sluit; Consument: de huurder die een natuurlijk persoon is en de overeenkomst heeft gesloten voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen; Schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder lijdt als gevolg van: - beschadiging (inclusief abnormale slijtage) of vermissing van het voertuig of van toebehoren of onderdelen daarvan. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervangen van (toebehoren en onderdelen van) het voertuig en het derven van huurinkomsten; - met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het voertuig jegens derden aansprakelijk is. Bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het voertuig dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het voertuig bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden; Bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig; Schriftelijk: in geschrift of elektronisch; WAM: Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 - Toepasselijkheid Deze algemene voorwaarden gelden voor overeenkomsten betreffende de huur van voertuigen tussen verhuurder en huurder.
Artikel 2 - Het aanbod 1. Huurder mag kiezen of verhuurder een aanbod schriftelijk of mondeling doet. 2. Het aanbod is gedurende 14 dagen onherroepelijk behalve in het geval van onvoldoende beschikbaarheid. 3. Het aanbod bij de huur van een voertuig bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van: - het voertuig; - de huurtermijn; - de huursom; - de wijze van betalen; - de mogelijk bijkomende kosten, zoals schoonmaakkosten; - de hoogte van het eigen risico, of dit eigen risico kan worden afgekocht; - de eventuele waarborgsom of andere manier van het stellen van zekerheid. 4. In het aanbod staan de openingstijden, het adres en telefoonnummer waarop het bedrijf te bereiken is. 5. Bij het aanbod zitten deze algemene voorwaarden. Is dit niet mogelijk, dan worden de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst meegegeven. Bij een telefonisch gemaakte huurafspraak volgen ze zo spoedig mogelijk.
Artikel 3 - De overeenkomst 1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van het aanbod. De verhuurder bevestigt de mondelinge overeenkomst bij voorkeur schriftelijk. 2. De overeenkomst geldt voor de periode en het tarief zoals op de overeenkomst staat of zoals op een andere manier is overeengekomen. De overeenkomst vermeldt dag en tijdstip waarop de huurperiode begint en eindigt. 3. Partijen kunnen afspreken dat er voor meer dan €15.000,- aan waardevolle spullen met het voertuig vervoerd mogen worden. Het (eventueel verhoogde) maximum bedrag staat in de overeenkomst. Ook wordt er verwezen naar een beperking op de aansprakelijkheid van artikel 13 lid 2.
Artikel 4 – Op afstand/buiten verkoopruimte Sluiten partijen een overeenkomst online of telefonisch, of buiten een verkoopruimte, dan gelden de wettelijke regels over deze transacties. Deze regels staan in boek 6 titel 5 afdeling 2b van het Burgerlijk Wetboek. In deze gevallen gelden deze wettelijke bepalingen in aanvulling van en in afwijking op deze algemene huurvoorwaarden. Volgens deze wettelijke bepalingen heeft de huurder geen recht op herroeping (ontbinding) van de huurovereenkomst.
Artikel 5 - De prijs en de prijswijzigingen 1. De huursom en eventuele bijkomende kosten zoals prijs per kilometer worden vooraf overeengekomen. Dit geldt ook voor de eventuele bevoegdheid om tussentijds de prijs te kunnen wijzigen. De huursom en de eventuele bijkomende kosten komen duidelijk op de overeenkomst te staan. 2. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst een prijswijziging optreedt, heeft deze geen invloed op de afgesproken prijs. 3. Het tweede lid is niet van toepassing op prijswijzigingen die uit de wet voortvloeien, zoals belastingverhogingen. 4. De consument mag de overeenkomst ontbinden als de prijs omhoog gaat ná drie maanden na het sluiten van de overeenkomst, maar voordat de huurperiode is begonnen. 5. Vaststelling van het aantal gereden kilometers gebeurt aan de hand van de kilometerteller, tenzij deze defect is. Is de kilometerteller defect, dan wordt op een andere in de branche gebruikelijke manier het aantal gereden kilometers vastgesteld. Het hiervoor bepaalde over de kilometerteller geldt ook voor de PTO- en koelmotor-bedrijfsurenteller. 6. Tijdens de huurperiode betaalt de huurder de kosten vanwege het gebruik van het voertuig, zoals tolgelden, Eurovignet, milieusticker, en de kosten voor brandstof(-toevoegingen), reiniging, parkeren. Ook betaalt de huurder de kosten voor winterbanden wanneer het voertuig verplicht over deze winterbanden moest beschikken.
Artikel 6 - De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode 1. Huurder moet het voertuig op de dag en tijd waarop de huurperiode eindigt terugbrengen. Is er een ander adres afgesproken dan het bedrijfsadres, dan moet het voertuig daar worden gebracht. Verhuurder moet het voertuig, tijdens openingstijden, in ontvangst nemen. 2. De huurder mag het voertuig slechts met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden of op een ander adres terugbrengen. 3. Afspraken over het binnen de overeengekomen huurperiode eerder terugbrengen van het voertuig zijn vrijblijvend. 4. Komt het voertuig niet volgens afspraak terug na het einde van de (eventueel verlengde) huurperiode, dan kan de verhuurder het voertuig onmiddellijk terugnemen. De contractuele verplichtingen van de huurder blijven van toepassing tot het moment dat het voertuig aan de verhuurder terug is gegeven. 5. Indien huurder het voertuig niet op tijd inlevert, mag de verhuurder de huurder 20% van de daghuurprijs in rekening brengen voor elk uur dat het voertuig te laat terug komt. Na overschrijding met vijf uur kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden gebracht. Daarnaast is huurder verplicht de geleden en nog te lijden schade van de verhuurder te vergoeden. Als het onmogelijk is en blijft het voertuig terug te geven, dan wordt geen hogere huurprijs in rekening gebracht. De verhoging van de huurprijs geldt niet als huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.
Artikel 7 - Annulering 1. Als een overeenkomst wordt geannuleerd door de huurder, dan kan de verhuurder de volgende annuleringskosten in rekening brengen: - bij annulering tot de 42e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: de aanbetaling met een maximum van 20% van de huursom van het voertuig; - bij annulering vanaf de 42e dag (inclusief) tot de 28e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 35% van de huursom van het voertuig; - bij annulering vanaf de 28e dag (inclusief) tot de 21e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 40% van de huursom van het voertuig; - bij annulering vanaf de 21e dag (inclusief) tot de 14e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 50% van de huursom van het voertuig; - bij annulering vanaf de 14e dag (inclusief) tot de 5e dag (exclusief) voor de dag van verhuur: 75% van de huursom van het voertuig; - bij annulering vanaf de 5e dag (inclusief) tot de dag van verhuur: 90% van de huursom van het voertuig; - bij annulering op de dag van verhuur of later: de volle huursom van het voertuig. 2. Annuleringen buiten kantooruren worden geacht te zijn verricht op de eerstvolgende kalenderdag.
Artikel 8 - Betaling 1. Bij het begin van de huur kan de verhuurder om betaling van een waarborgsom vragen. 2. De waarborgsom wordt in principe terugbetaald binnen 5 werkdagen nadat het voertuig is ingeleverd. De verhuurder kan de dan nog openstaande kosten verrekenen met de waarborgsom. De verhuurder specificeert deze kosten. 3. In geval van schade van de verhuurder wordt dit met de waarborgsom verrekend. De terugbetaling zal plaatsvinden zodra duidelijk is welk bedrag resteert. Terugbetaling gebeurt binnen twee maanden nadat het voertuig is ingeleverd, maar in geval van schade aan derden binnen zes maanden. 4. Als een derde schade van verhuurder heeft veroorzaakt en deze schade is door de derde volledige vergoed, dan wordt de waarborgsom binnen 14 dagen na het verhaal van de schade geretourneerd. Verhuurder zal zich inspannen om schade veroorzaakt door derden zo spoedig mogelijk te verhalen. Verhuurder houdt de huurder op de hoogte van de ontwikkelingen. 5. Verhuurder kan een vooruitbetaling tot 50% van de huursom vragen. 6. Tenzij anders is overeengekomen, dient de huursom onmiddellijk na afloop van de huurperiode betaald te worden. Andere bedragen moeten betaald worden binnen veertien dagen na ontvangst van de factuur. 7. De huurder dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zendt de verhuurder na het verstrijken van die datum een kosteloze betalingsherinnering en geeft de huurder de gelegenheid binnen veertien
dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen. Als na het verstrijken van deze termijn nog steeds niet is betaald, is de verhuurder gerechtigd rente in rekening te brengen vanaf het moment van verzuim. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. Door een partij te maken gemaakte gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld af te dwingen, kunnen aan de wederpartij in rekening worden gebracht. De hoogte van deze kosten is onderworpen aan (wettelijke) grenzen. Daarvan kan in het voordeel van de huurder worden afgeweken.
Artikel 9 - Verplichtingen huurder 1. De huurder moet met het voertuig omgaan zoals een goed huurder betaamt en er voor zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt. Het is bijvoorbeeld verboden om het voertuig te gebruiken op een circuit, op een terrein waarvoor het voertuig niet geschikt is, of op een terrein waarvan het betreden op eigen risico is. 2. Huurder moet het voertuig inleveren in dezelfde staat als hij het heeft ontvangen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de huurder eventuele veranderingen en toevoegingen aan het voertuig ongedaan moet maken. Huurder heeft geen recht op vergoeding. 3. Huurder moet de bagage aan en in het voertuig zorgvuldig vastmaken. 4. Huurder moet er voor zorgen dat het voertuig niet wordt bestuurd door iemand die onbevoegd is of kennelijk geestelijk of lichamelijk ongeschikt. Alleen personen die als bestuurder op de huurovereenkomst zijn vermeld, mogen het voertuig besturen of anders over het voertuig beschikken. 5. Huurder mag het voertuig niet doorverhuren. 6. Het is huurder toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen indien het landen betreft die op de groene kaart van het voertuig vermeld staan, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder. 7. In geval van voor huurder kenbare of waarneembare schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid. 8. Huurder is verplicht om bestuurders, passagiers en andere personen die hij het voertuig laat gebruiken te wijzen op de regels van de verhuur en er voor te zorgen dat deze zich hier ook aan houden. 9. Huurder dient onder meer zorgvuldig om te gaan met de bij het voertuig behorende sleutels, de bediening van de alarminstallatie en de bij het voertuig behorende documenten (zoals het kentekenbewijs en de grensdocumenten). 10. Huurder mag het voertuig niet gebruiken voor rijles of voor vervoer van personen tegen betaling anders dan voor carpooling. Met het voertuig mag huurder geen wedstrijden rijden, of snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidstesten doen.
Artikel 10 - Instructies voor de huurder 1. Huurder moet het oliepeil en de bandenspanning van het voertuig op niveau (laten) houden. Vraagt de verhuurder aan huurder om het voertuig voor normaal onderhoud in te leveren, dan doet huurder dat, wanneer dit op een normale manier voor hem te regelen valt. De vraag om het voertuig voor onderhoud af te geven, wordt niet gesteld als de huurperiode een maand of korter is. 2. Huurder moet het voertuig schoon teruggeven. Doet huurder dit niet, dan kunnen de schoonmaakkosten (inclusief kosten voor het verwijderen van (grondstoffen voor) verdovende middelen) in rekening worden gebracht, met een minimum van €25,- (inclusief btw). 3. Huurder tankt met door verhuurder aangegeven en voor het voertuig bedoelde brandstof, eventueel met die toevoegingen waar de verhuurder om gevraagd heeft. Huurder laadt een elektrische auto op de juiste manier op. 4. In geval van voor huurder kenbare of waarneembare defecten, schade aan of met het voertuig toegebracht of vermissing van het voertuigmoet huurder deze instructies opvolgen: - huurder informeert de verhuurder hierover; - huurder volgt de aanwijzingen van de verhuurder op; - huurder geeft gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en relevante documenten aan de verhuurder of diens verzekeraar; - huurder laat het voertuig zo achter, dat het behoorlijk beschermd zal zijn tegen beschadiging of vermissing; - huurder verleent aan de verhuurder en aan door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking ter verkrijging van schadevergoeding van derden of als verweertegen aanspraken van derden. 5. Bij ongevallen, beschadiging of vermissing van het voertuig is huurder daarnaast verplicht: - om melding te doen bij de politie ter plaatse; - om zo spoedig mogelijk een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier aan verhuurder over te leggen; - om op geen enkele manier schuld te erkennen. 6. Huurder moet verhuurder zo spoedig informeren over alle omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd moet worden, zoals: - het vermoeden dat de kilometerteller / tachograaf / snelheidsbegrenzer / PTO / koelmotor/ bedrijfs- urenteller of het tracking & tracing systeem verstoord is; - het vermoeden dat het verzegelplan van het brandstoftoevoersysteem verbroken is; - dat er een gebeurtenis is opgetreden waardoor schade aan, met of door het voertuig ontstaat of redelijkerwijs kan ontstaan; - over het defect gaan van, de beslaglegging op, de vermissing van het voertuig, of dat huurder op een andere manier de macht over het voertuig kwijt is geraakt. 7. Wanneer autoriteiten (zoals de politie) de verhuurder vragen informatie te geven over de persoon die het voertuig heeft bestuurd of gebruikt, moet huurder zo spoedig mogelijk de vragen van verhuurder beantwoorden.
Artikel 11 - Verplichtingen verhuurder 1. Bij aanvang van de huurperiode heeft het voertuig een volledig gevulde brandstoftank (dan wel is de elektrische auto voldoende opgeladen), de overeengekomen accessoires en specificaties en de in Nederland verplicht gestelde uitrusting. Het voertuig beschikt over de juiste bandenspanning en het juiste oliepeil, is schoon goed onderhouden en voor zover bij verhuurder bekend of kenbaar in technisch goede staat. 2. Huurder krijgt kosteloos een upgrade als het te huren voertuig uit de afgesproken categorie niet beschikbaar is, behalve wanneer het voertuig zich al in de hoogste categorie bevindt. 3. Verhuurder stelt samen met huurder voorafgaand aan de verhuur een rapport op waarbij eventuele schade die zich al aan het voertuig bevindt, wordt aangegeven. 4. Verhuurder geeft huurder de vereiste documenten mee, voor de start van de huurperiode. 5. Verhuurder zorgt dat er in het voertuig een Nederlandstalige instructie ligt en een overzicht van telefoonnummers waar huurder zich binnen en buiten openingstijden kan melden. 6. Op het voertuig (liefst dicht bij de brandstofvulopening) staat welk type brandstof -plus eventuele toevoegingen- er getankt moet worden. 7. In de Nederlandstalige instructie van het voertuig staat op welke niveaus het oliepeil en de bandenspanning moeten worden gehouden. 8. Wanneer huurder aan verhuurder vraagt om gebreken op te lossen, moet verhuurder dit doen. Dit geldt niet als een gebrek niet verholpen kan worden of, wanneer dit redelijkerwijs niet van verhuurder kan worden gevraagd, gelet op de kosten van reparatie. Als huurder ten opzichte van verhuurder aansprakelijk is voor het gebrek of voor de gevolgen van het gebrek hoeft de verhuurder de gebreken ook niet op te lossen, zelfs al heeft de huurder hier wel om gevraagd. 9. Er is pechhulp in Nederland en in de landen die op de groene kaart staan. Pechhulp in andere landen dan de op deze groene kaart genoemde landen geldt alleen als partijen hebben afgesproken dat het voertuig ook daar gebruikt mag worden. 10. Onder pechhulp wordt in ieder geval verstaan dat het voertuig vervangen wordt door een bij voorkeur gelijkwaardig voertuig, wanneer er een defect aan het voertuig zal moeten worden gerepareerd. Dit geldt alleen als deze reparatie waarschijnlijk langer dan twee werkdagen zal gaan duren. Indien pech het gevolg is van eigen schuld, dan worden de kosten van de hulp niet door verhuurder vergoed. 11. Verhuurder inspecteert het voertuig direct bij inlevering door huurder op eventuele schade. Dit geldt zowel bij inlevering van het voertuig bij de eigen vestiging als bij inlevering van het voertuig op een andere vestiging. 12. In geval van schade aan het voertuig in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het voertuig voor rekening van verhuurder, tenzij artikel 12 lid 2 van toepassing is, of tenzij partijen hebben afgesproken dat het voertuig niet in het buitenland gebruikt mag worden.
Artikel 12 - Aansprakelijkheid van de huurder 1. Huurder is voor schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het huurcontract vermelde eigen risico. Bij het voertuig tot 3500 kilogram is het eigen risico in geval van bovenhoofdse schade maximaal €1500,-. Bij schade wegens achteruit rijden of inparkeren is het eigen risico eveneens maximaal €1500,-. Voor alle andere schadegevallen is het eigen risico maximaal €1000,-. 2. Wanneer de schade volgt uit handelen of nalaten zoals bedoeld in artikel 9 dan moet huurder de schade van verhuurder volledig vergoeden. Dit geldt niet als huurder bewijst dat dit handelen of nalaten aan hem niet toegerekend kan worden of als volledige vergoeding niet redelijk en billijk is. 3. Als het voertuig met toestemming van de verhuurder buiten openingstijden wordt terug gebracht en/of wanneer het voertuig op een ander plaats dan op het bedrijfsadres van verhuurder wordt gebracht, zodat verhuurder het voertuig kan komen ophalen, dan geldt in overeenstemming met lid 1 en 2 het volgende: huurder blijft aansprakelijk voor schade van de verhuurder ontstaan tot het tijdstip waarop verhuurder feitelijk het voertuig heeft geïnspecteerd of heeft laten inspecteren. Verhuurder zal het voertuig bij eerste gelegenheid inspecteren en zal huurder direct informeren indien schade is geconstateerd. 4. Voor schade van de verhuurder die bestaat uit vermogensschade ten gevolge van met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het voertuig jegens derden aansprakelijk is, geldt het bepaalde in het tweede lid van dit artikel slechts indien er volgens de voorwaarden van de WAM-verzekeringsovereenkomst geen dekking bestaat. 5. Als huurder een derde het voertuig laat besturen of gebruiken, is huurder aansprakelijk voor wat deze persoon doet of nalaat. Ook al had deze persoon niet de instemming van huurder voor zijn gebruik. 6. Wanneer huurder kostbare zaken vervoert of achter laat in het voertuig, is huurder aansprakelijk voor de schade als gevolg van diefstal of beschadiging, tenzij deze schade door diefstal of beschadiging het gevolg was van een gebrek aan het voertuig als bedoeld in artikel 13 lid 2.
Artikel 13 - Aansprakelijkheid van de verhuurder 1. Verhuurder is tot vergoeding van de door een gebrek veroorzaakte schade verplicht, indien het gebrek na het aangaan van de huurovereenkomst is ontstaan en aan hem is toe te rekenen. De plicht geldt ook als het gebrek bij het aangaan van de huurovereenkomst aanwezig was en de verhuurder het toen kende of had behoren te kennen, of toen aan de huurder heeft te kennen gegeven dat het voertuig het gebrek niet had. 2. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade aan vervoerde zaken door een gebrek aan het gehuurde wanneer de totale waarde van die vervoerde zaken hoger is dan €15.000,-. Verhuurder is wel aansprakelijk voor het hogere bedrag als er een hoger maximum bedrag is afgesproken, of als verhuurder bij het maken van de huurafspraak van de gebreken wist of had moeten weten, of als er gebreken zijn ontstaan door opzet of grove schuld van verhuurder. 3. Wanneer iemand personenschade heeft die vergoed is door zijn schadeverzekeraar of op een andere manier, dan is verhuurder voor deze personenschade niet aan te spreken.
Artikel 14 - Overheidsmaatregelen en informatie aan autoriteiten 1. Voor rekening van huurder zijn alle sancties en gevolgen van maatregelen die in verband met het ter beschikking hebben of gebruiken van het voertuig van overheidswege worden opgelegd, tenzij deze verband houden met een defect dat bij aanvang van de huur reeds aanwezig was of de sancties verband houden met omstandigheden die in de risicosfeer van verhuurder liggen. 2. Krijgt verhuurder zo’n sanctie of maatregel opgelegd, dan moet huurder op verzoek van de verhuurder meteen de schade vergoeden. Ook moet huurder de administratiekosten met een minimum van €25,- betalen. Verhuurder dient die kosten zoveel mogelijk te beperken. Indien verhuurder in verband met enige gedraging of nalaten van huurder, zoals een verkeersovertreding, informatie aan autoriteiten verstrekt, is huurder gehouden de daarmee gepaard gaande kosten te vergoeden, met een minimum van €10,-. 3. Als huurder dat wil, krijgt hij een kopie van het officiële document van de sanctie.
Artikel 15 - Beslag op het voertuig, vanwege administratief- / civiel- / straf- recht 1. Ingeval van administratief-, civiel- of strafrechtelijk beslag op het voertuig blijft huurder gehouden tot nakoming van de verplichtingen van de huurovereenkomst, waaronder die tot betaling van de huursom, tot het moment waarop het voertuig vrij van beslagen weer in het bezit van verhuurder is, tenzij het beslag verband houdt met omstandigheden die in de risicosfeer van de verhuurder liggen. 2. Huurder betaalt de kosten vanwege de beslaglegging.
Artikel 16 - Ontbinding van de huur 1. Partijen kunnen zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst de huurovereenkomst ontbinden op het moment dat: - de wederpartij een of meer van zijn verplichtingen toerekenbaar niet, niet tijdig of niet volledig nakomt, tenzij dit niet ernstig genoeg is voor een ontbinding; - de wederpartij onder curatele wordt gesteld, surseance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard of op hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard; - de wederpartij van het bestaan van omstandigheden wist, die van zodanige aard zijn, dat als hij hiervan wist, de overeenkomst niet (op deze wijze) zou hebben gesloten. Verhuurder kan in zo’n geval een vergoeding van de redelijke kosten vragen; - huurder overlijdt, voorafgaand en tijdens de huurperiode van de (Deel)auto. 2. Huurder verleent bij elke beëindiging in de zin van lid 1 alle medewerking om het voertuig terug te geven.
Artikel 17 - Klachten en Bemiddelingsregeling 1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten tijdig volledig en duidelijk omschreven, worden ingediend bij verhuurder nadat huurder heeft ontdekt dat er naar zijn mening iets niet goed is gegaan. Klaagt huurder niet tijdig, dan kan hij zijn rechten verliezen. 2. Wanneer de huurder niet tevreden is met het resultaat van de klachtafhandeling door verhuurder geldt het volgende. Huurder kan een geschil binnen zes weken na het ontstaan voorleggen aan BOVAG Bemiddeling. De bemiddelingspoging gaat volgens een reglement dat huurder en verhuurder vooraf ter kennis is gebracht. Het adres van BOVAG Bemiddeling is: Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik telnr. 030-6595395 (lokaal tarief). De klacht moet gaan over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden. Huurder kan er uiteraard ook voor kiezen de klacht aan de geschillencommissie voor te leggen.
Artikel 18 - Geschillenregeling 1. Geschillen tussen huurder handelend voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen en verhuurder over totstandkoming of de uitvoering overeenkomsten met betrekking tot door verhuurder te leveren of geleverde diensten en zaken, kunnen met inachtneming van het hierna bepaalde, zowel door huurder als verhuurder worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Voertuigverhuur. Adres: De Geschillencommissie, Postbus 90600, 2509 LP te Den Haag (bezoekadres: Bordewijklaan 46, 2591 XR te Den Haag). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien huurder zijn klacht eerst tijdig bij verhuurder heeft ingediend. Een geschil ontstaat indien de klacht van huurder niet naar tevredenheid door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling is opgelost. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de datum waarop de huurder de klacht bij de verhuurder indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze aanhangig worden gemaakt. Van een geschil is sprake nadat de klachtafhandeling door verhuurder en/of via de bemiddelingspoging van BOVAG Bemiddeling niet is opgelost. 4. Wanneer de huurder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is verhuurder aan deze keuze gebonden. Indien verhuurder een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij deze huurder vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. Verhuurder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van de voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden krachtens dat reglement bij wege van bindend advies. Het reglement wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
Artikel 19 - Nakomingsgarantie 1. BOVAG staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen door haar leden indien verhuurder geen gevolg geeft aan het bindend advies, tenzij het lid besluit het bindend advies binnen twee maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen en het vonnis waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart in kracht van gewijsde is gegaan. 2. De garantstelling van BOVAG betreft een door BOVAG uit te keren bedrag van maximaal €1000,- tegen cessie van de vordering van huurder. Bij bedragen groter dan €1000,- per geschil, keert BOVAG onder dezelfde voorwaarden het maximale bedrag van €1000,- uit aan huurder. Voor het meerdere wordt huurder aangeboden om zijn vordering aan BOVAG te cederen, waarna BOVAG de betaling daarvan zo nodig in rechte zal vragen. BOVAG verbindt zich in dat geval om geïncasseerde gelden aan huurder over te dragen. 3. De garantstelling bedoeld onder lid 2 geldt niet indien een rechter het bindend advies vernietigt. In geval van faillissement, surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van verhuurder keert BOVAG alleen een bedrag tot maximaal €1000,- per geschil uit en geldt de garantstelling alleen als huurder aan de formele verplichtingen heeft voldaan om het geschil bij de Geschillencommissie Voertuigverhuur aanhangig te maken voordat van een dergelijke situatie sprake is.
Artikel 20 - Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder 1. De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven aan artikel 14 van deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. De persoonsgegevens kunnen tevens worden doorgegeven aan gerechtsdeurwaarders indien sprake is van tanken zonder betaling. De huurauto kan zijn voorzien van een auto- tracking & tracing systeem, waarmee de verhuurder het voertuig op afstand kan volgen en relevante data van haar voertuig (waaronder hoe het voertuig is gebruikt en bereden) verzamelt en opslaat. De verhuurder zou kopieën van identiteitsdocumenten kunnen maken. Bij BOVAG kunnen huurder, bestuurder terecht voor de rechten wegens de AVG. 2. De in het eerste lid genoemde gegevens kunnen tevens worden opgenomen in het Elena waarschuwingssysteem. BOVAG, postbus 1100, 3980 DC Bunnik, is naast de verhuurder verantwoordelijk voor verwerking van deze gegevens in het Elena waarschuwingssysteem. Zie voor een volledige opsomming van relevante gedragingen www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen genoemde personen terecht voor de rechten wegens de AVG. Artikel 21 - Toepasselijk recht Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingend recht het recht van een ander land van toepassing is.
DEELAUTO BIJLAGE Per 1/2/2021 is er in het kader van SER CZ een bijlage voor de ‘algemene voorwaarden verhuur- en deelautobedrijven’ opgesteld, bedoeld voor de verhuur van een deelauto. De verhuur van een deelauto wordt op afstand of buiten de verkoopruimte in de zin van art. 4 algemene voorwaarden verhuur- en deelautobedrijven overeengekomen. De set ‘algemene voorwaarden plus deelauto bijlage’ wordt dan ook slechts digitaal beschikbaar gesteld. U treft de deelauto versie aan op www.bovag.nl/voorwaarden.
voorwaarden zakelijk
Algemene huurvoorwaarden voor de leden van Bovag verhuurbedrijven zakelijke markt
Begripsomschrijving
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
- voertuig: het voertuig of de andere zaak, die het onderwerp is van de huurovereenkomst;
- huurder: de natuurlijke persoon die de huurovereenkomst heeft gesloten in de uitoefening van beroep of bedrijf of de rechtspersoon of personenvennootschap die als huurder de huurovereenkomst sluit;
- verhuurder: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of personenvennootschap die als verhuurder de huurovereenkomst sluit;
- schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder direct of indirect lijdt ten gevolge van:
- beschadiging (waaronder mede begrepen een toestand van het voertuig of van onderdelen daarvan die niet past bij normale slijtage) of vermissing van het voertuig of van toebehoren of onderdelen daarvan, of van een andere zaak van de verhuurder. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervanging van het voertuig, de derving van huurinkomsten en de kosten van opsporing in geval van vermissing van het voertuig;
- met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het voertuig aansprakelijk is;
- bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig;
- bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het voertuig dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het voertuig bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden;
- afmelden: vorm van inleveren van het voertuig op een andere locatie dan die van verhuurder waarbij huurder aangeeft waar en wanneer het voertuig kan worden opgehaald door verhuurder.
Artikel 1: Bepaling van de huurprijs en de duur van de huur
1. De huurovereenkomst wordt aangegaan voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst is vermeld of anderszins schriftelijk is overeengekomen. Indien geen einddatum op de huurovereenkomst staat vermeld, wordt het voertuig geacht voor een periode van 30 dagen te zijn gehuurd. Na het verstrijken van deze periode zal de huurperiode telkens met 30 dagen worden verlengd, tenzij huurder het voertuig aan verhuurder heeft geretourneerd.
2. Slechts nadoor verhuurder verleende toestemming is het huurder toegestaan het voertuig op een tijdstip gelegen buiten de openingstijden van verhuurder terug te brengen. In dat geval blijft huurder aansprakelijk voor alle schade ontstaan tot het tijdstip waarop verhuurder feitelijk het voertuig heeft ontvangen en geïnspecteerd of heeft laten inspecteren.
3. Vaststelling van het aantal gereden kilometers geschiedt aan de hand van de kilometerteller. Het na het optreden van een defect aan de kilometerteller gereden aantal kilometers wordt op de meest gerede wijze vastgesteld. Voor een PTO- of een koelmotor- bedrijfsurenteller geldt hetzelfde.
Artikel 2: Aflevering voertuig door verhuurder op locatie
1. In geval het voertuig op locatie wordt afgeleverd, dient huurder te tekenen voor in ontvangstname en de staat van het voertuig. Indien huurder bij aflevering niet in staat is hiervoor te tekenen, kan hij tot twee uur na aflevering van het voertuig eventuele afwijkingen met betrekking tot de in ontvangstname en de staat aan verhuurder kenbaar maken. Indien huurder niet of niet-tijdig reageert, stemt hij in met de in ontvangstname en de staat van het voertuig.
2. Indien de huurperiode binnen één uur na openingstijd van verhuurder aanvangt, is verhuurder gerechtigd het voertuig af te leveren tot maximaal vijf werkuren voordat de huurperiode aanvangt. De huurpenningen zijn verschuldigd vanaf de ingang van de huurperiode.
3. Verhuurder levert het voertuig niet af zonder overdracht aan huurder indien er geen veilige en gratis parkeerplaats voorhanden is.
4. Verhuurder geeft de sleutel van het voertuig enkel af aan een daartoe gerechtigd persoon en laat de sleutel niet achter in een brievenbus of andere plek die niet voldoende beveiligd is.
5. Huurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor afleveringen die op zijn verzoek of op verzoek van de bestuurder op locatie plaatsvinden.
Artikel 3: Inlevering voertuig door huurder
1. Huurder dient het voertuig op het tijdstip en de locatie die op de huurovereenkomst vermeld staan in te leveren danwel af te melden.
2. Bij inlevering binnen kantoortijden op een andere locatie dan die van verhuurder dient het voertuig minimaal één uur na afmelding beschikbaar te zijn voor verhuurder om te worden afgehaald. Bij gebreke daarvan loopt de huurovereenkomst door tot de eerstvolgende werkdag.
3. Huurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het tijdig inleveren danwel afmelden van het voertuig. De huurperiode eindigt op het moment dat het voertuig correct is afgemeld. Afmeldingen met terugwerkende kracht en afmeldingen voor momenten in de toekomst zijn niet mogelijk.
4. Indien huurder of bestuurder niet aanwezig is op het moment dat verhuurder het voertuig afhaalt, gaat hij akkoord met de bevindingen van verhuurder inzake de staat van het voertuig.
Artikel 4: Verlenging van de huurperiode
Huurder is verplicht het voertuig uiterlijk op de dag en op het tijdstip dat de huurperiode eindigt aan het in de huurovereenkomst vermelde bedrijf en adres terug te bezorgen, tenzij voordien verlenging van de huurperiode is overeengekomen.
Artikel 5: Overschrijding van de huurperiode
Indien het voertuig niet binnen de in de huurovereenkomst vermelde, eventueel verlengde, periode bij verhuurder of met toestemming van verhuurder bij een derde is ingeleverd, is verhuurder gerechtigd het voertuig onmiddellijk terug te nemen. De uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van huurder blijven van kracht tot het moment dat het voertuig weer in het bezit is van verhuurder, met dien verstande dat huurder tot aan dat moment een bedrag van € 50,- per dag (exclusief btw) bovenop de huursom verschuldigd wordt, waarbij een gedeelte van een dag als een dag geldt, onverminderd de gehoudenheid van huurder tot vergoeding van door verhuurder te lijden schade.
Artikel 6: Annulering
Annulering van de huurovereenkomst is niet mogelijk, tenzij schriftelijk een annuleringsregeling is overeengekomen.
Artikel 7: Betaling
1. De schulden van huurder zijn brengschulden. Voor aanvang van de huurperiode kan vooruitbetaling van de huurpenningen, alsook betaling van een waarborgsom worden verlangd. Indien het vooruitbetaalde bedrag de te betalen huursom overtreft, strekt deze tevens tot vergoeding van alle andere bedragen die huurder eventueel aan verhuurder verschuldigd is. De waarborgsom ter zake van het eigen risico wordt niet eerder geretourneerd dan zodra het voertuig is ingeleverd. In geval van schade wordt de waarborgsom ter zake van het eigen risico niet eerder geretourneerd dan zodra duidelijk is dat de omvang van de schade het bedrag van het eigen risico niet overschrijdt, waarna hooguit de waarborgsom terzake van het eigen risico minus het schadebedrag wordt geretourneerd.
2. Verhuurder is te allen tijde, zowel bij het aangaan van de huur als bij een eventuele verlenging daarvan, gerechtigd betalingszekerheid of
een opdracht tot betaling per creditcard van huurder te verlangen. Een dergelijke autorisatie is onherroepelijk.
3. Betaling van de huurpenningen dient, tenzij anders is overeengekomen, onmiddellijk na ommekomst van de huurtermijn te geschieden. Betaling van andere bedragen dient te geschieden binnen veertien dagen na de factuurdatum. Indien huurder niet op tijd betaalt, is hij van rechtswege in verzuim. Indien is overeengekomen dat bedragen bij wijze van automatische incasso geïncasseerd zullen worden en dat niet mogelijk is, is huurder in verzuim vanaf het moment van de vergeefse poging tot automatische incasso. Vanaf de datum van verzuim is huurder over het openstaande bedrag de wettelijke handelsrente, vermeerderd met twee procentpunt op jaarbasis verschuldigd, waarbij een gedeelte van een maand als een maand geldt.
4. Indien huurder ook na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is hij daarenboven gehouden tot vergoeding van incassokosten. Onder incassokosten wordt verstaan alle kosten die verhuurder in en buiten rechte maakt voor de invordering van het verschuldigde bedrag met een minimum van 15% van het verschuldigde bedrag dan wel, indien het verschuldigde bedrag kleiner is dan € 500,- (excl. BTW), met een minimum van € 75,- (excl. BTW).
Artikel 8: (Bijkomende) Kosten
1. Bijkomende kosten: Rijklaarmaakkosten, haal- en brengkosten, aftankkosten en contractkosten kunnen in rekening worden gebracht.
2. Kosten verbonden aan het gebruik van het voertuig: Gedurende de huurperiode zijn de aan het gebruik van het voertuig verbonden kosten, zoals tolgelden, kilometerheffing, kosten voor een Eurovignet, kosten uit beschikkingen die voortkomen uit overtredingen en de kosten voor brandstof, reiniging en parkeren voor rekening van huurder.
Artikel 9: Verplichtingen met betrekking tot het gebruik van het voertuig
1. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig, de sleutel en andere toebehoren daarbij of onderdelen daarvan om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt.
2. Huurder is gehouden het voertuig schoon te retourneren. Bij niet-nakoming van deze verplichting kunnen de schoonmaakkosten in rekening worden gebracht, met een minimum van € 25,- (excl. BTW).
3. Huurder is gehouden lading van het voertuig voldoende te borgen.
4. Alleen personen die in de huurovereenkomst als bestuurder - eventueel tevens in de hoedanigheid van huurder - zijn aangeduid, mogen het voertuig besturen, mits zij beschikken over de daartoe vereiste bevoegdheid en bekwaamheid.
5. Het is huurder niet toegestaan het voertuig, de sleutel of andere toebehoren ter beschikking te stellen aan een persoon die niet als bestuurder is vermeld op de voorzijde van het huurcontract, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
6. Het is huurder niet anders dan met schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het voertuig weder te verhuren of anderszins aan een ander in gebruik te geven.
7. Het is huurder niet toegestaan verhuurder jegens derden te verbinden of de schijn daartoe te wekken.
8. Indien verhuuurder inlichtingen aan autoriteiten dient te verstrekken over de identiteit van de persoon die op enig moment het voertuig heeft bestuurd of gebruikt, dient huurder deze identiteit desverzocht aan verhuurder mede te delen.
9. Het is huurder niet toegestaan lifters of dieren in het voertuig mee te nemen, het voertuig te gebruiken voor rijles of met het voertuig wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidsproeven te houden, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
10. Het is huurder niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.
11. Huurder dient alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en dient gevolg te geven aan een oproep van verhuurder om het voertuig voor onderhoud aan te bieden. Een dergelijke oproep van verhuurder zal zo tijdig gedaan worden dat huurder daaraan redelijkerwijs kan voldoen.
12. Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen. Huurder is verplicht tot het ongedaanmaken van door hem of namens hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen; huurder kan terzake geen enkel recht op vergoeding doen gelden.
13. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken met, indien vereist, de vereiste toevoegingen.
14. In geval van schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid.
15. In geval van schade aan of vermissing van het voertuig, toebehoren daarbij of onderdelen daarvan of enige gebeurtenis waaruit met grote mate van waarschijnlijkheid schade kan volgen, is huurder verplicht:
- verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen;
- de instructies van verhuurder op te volgen;
de politie ter plaatse te waarschuwen;
- gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder of aan diens verzekeraar te verstrekken;
- binnen 48 uur een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier met, indien vereist, een kopie rijbewijs van de bestuurder aan verhuurder te overleggen;
- zich van erkenning van schuld in enigerlei vorm te onthouden;
- het voertuig niet achter te laten zonder het behoorlijk tegen het risico van beschadiging of vermissing beschermd te hebben;
- de verhuurder en door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking te verlenen ter verkrijging van schadevergoeding van derden of ten verwere tegen aanspraken van derden.
16. Huurder dient verhuurder zo spoedig mogelijk te informeren over:
- verstoring van de werking van de kilometerteller, de tachograaf, de snelheidsbegrenzer of de PTO- en koelmotor- en bedrijfsurenteller;
- verbreking van het verzegelplan van het brandstoftoevoersysteem;
- defect raken van het voertuig of over een storing die het voertuig vertoont ;
- beslaglegging op het voertuig;en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd dient te worden.
17. Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan bestuurder, passagiers en andere gebruikers van het voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.
Artikel 10: Aansprakelijkheid van de huurder voor schade
1. Indien tussen partijen geen schadebeschrijving van het voertuig is opgemaakt, wordt huurder verondersteld het voertuig in onbeschadigde toestand te hebben ontvangen.
2. Huurder is aansprakelijk voor alle schade van de verhuurder die is ontstaan ten gevolge van enige gebeurtenis tijdens de huurperiode of anderszins verband houdende met de huur van het voertuig, met inachtneming van het navolgende.
3. Indien er een eigen risico in de huurovereenkomst is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van huurder voor schade per schadegeval beperkt tot het bedrag van het eigen risico, tenzij:
- de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 9 of anderszins daarmee verband houdt;
- de schade is ontstaan ten gevolge van gebruik van het voertuig op onverhard terrein, of gebruik van het voertuig op terrein waarvoor het
voertuig kennelijk niet geschikt is, of terrein waarvan de huurder of bestuurder ter kennis is gegeven dat het betreden op eigen risico geschiedt;
- het voertuig aan een derde is wederverhuurd, ook indien verhuurder daarin heeft toegestemd;
- de schade is ontstaan doordat huurder de instructies van verhuurder niet heeft opgevolgd;
- de schade is ontstaan door of na diefstal, verduistering of een andere wijze van wegneming van het voertuig en huurder de bij het voertuig behorende sleutels, bediening van de alarminstallatie of de bij het voertuig behorende bescheiden (zoals het kentekenbewijs en de grensdocumenten) niet alle bij verhuurder heeft ingeleverd;
- de schade het gevolg is van de verwezenlijking van het gevaar dat verbonden is met het vervoeren, opslaan, laden en lossen van gevaarlijke, ontplofbare, ontvlambare, oxyderende of giftige stoffen. Indien verhuurder door huurder gestelde feiten met betrekking tot de oorzaak van de schade gemotiveerd betwist, dient huurder diens feitelijke stellingen te bewijzen.
4. Indien krachtens een door verhuurder al dan niet verplicht afgesloten verzekeringsovereenkomst tegen het risico van cascoschade of tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid een uitkering wordt verstrekt aan verhuurder of aan een derde, laat dat de aansprakelijkheid van de huurder onverlet.
5. In afwijking van het overeengekomen eigen risico, geldt een hoog eigen risico van maximaal € 5.000,- in geval van bovenhoofdse schade.
6. Indien de schade gevolg is van enig nadeel dat met of door het voertuig is toegebracht, wordt de omvang daarvan op voorhand bepaald op het bedrag van de aan de rechtstreeks benadeelde verstrekte schadeloosstellingen, eventueel vermeerderd met andere schade van de verhuurder.
7. De schade ten gevolge van de onmogelijkheid het voertuig tijdens de periode van herstel of vervanging te verhuren, wordt op voorhandbepaald op het aantal dagen gemoeid met herstel of vervanging van het voertuig, vermenigvuldigd met de huurprijs per dag, verminderd met 10% in verband met besparing van variabele kosten.
8. In geval van schade in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het voertuig voor rekening van verhuurder, tenzij er sprake is een omstandigheid als bedoeld in het derde lid van dit artikel.
Artikel 11: Herstellingen van het voertuig
1. Herstellingen dienen in het bedrijf van verhuurder te worden uitgevoerd. Indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is, dienen de werkzaamheden te worden verricht door een garagebedrijf dat behoort tot het dealernet van de importeur van het betreffende merk of een garagebedrijf dat door verhuurder daartoe is aangewezen. Huurder dient alvorens het voertuig voor herstellingen aan te bieden, hiertoe toestemming van verhuurder te krijgen.
2. Huurder zal op eerste verzoek van verhuurder het voertuig ter keuring, reparatie of controle aanbieden.
Artikel 12: Gebreken aan het voertuig en aansprakelijkheid verhuurder
1. Tussen partijen kan een tekortkoming aan het voertuig die geen verband houdt met onzorgvuldig onderhoud, niet als gebrek gelden.
2. Verhuurder is slechts gehouden gebreken te verhelpen indien hij deze gebreken bij het aangaan van de huurovereenkomst kende of behoorde te kennen, dit redelijkerwijze mogelijk is en dit geen uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze niet van verhuurder zijn te vergen.
3. In geval van gebreken heeft huurder slechts recht op vermindering van de huurprijs als verhuurder bij het aangaan van de huurovereenkomst de gebreken kende of behoorde te kennen.
4. Verhuurder is slechts aansprakelijk voor schade ten gevolge van gebreken indien hij bij het aangaan van de huurovereenkomst de gebreken kende of behoorde te kennen.
Artikel 13: ROB-Net en submodules ROB-EF
1. De overdue functie in het ROB-systeem betreft een signaalfunctie. Het niet akkoord geven op een verlengingsaanvraag staat niet gelijk aan een afmelding. Alleen indien een afmelding aan de eisen voldoet, wordt de huurperiode beëindigd.
2. Huurder dient de voorlopige factuur via ROB-EF, rekening houdende met het aantal huurdagen en gereden kilometers gedurende de periode dat huurder het voertuig tot zijn beschikking heeft gehad, binnen 8 werkuren nadat deze is opgesteld goed te keuren. Artikel 14: Van overheidswege opgelegde sancties en maatregelen
Voor rekening van huurder zijn alle sancties en gevolgen van maatregelen die in verband met het ter beschikking hebben c.q. gebruiken van het voertuig van overheidswege worden opgelegd, tenzij deze verband houden met een defect dat bij aanvang van de huur reeds aanwezig was.Indien deze sancties en maatregelen aan verhuurder worden opgelegd, is huurder gehouden verhuurder op diens eerste verzoek schadeloos te stellen, waarbij huurder aanvullend de kosten van incasso in en buiten rechte verschuldigd wordt, met een minimum van € 25,- (excl. BTW). Indien verhuurder in verband met enige gedraging of nalaten van huurder, zoals een verkeersovertreding, informatie aan autoriteiten verstrekt, is huurder gehouden de daarmee gepaard gaande kosten te vergoeden, met een minimum van € 10,- (excl. BTW).
Artikel 15: Beslag op het voertuig
Ingeval van administratief-, civiel- of strafrechtelijk beslag op het voertuig, blijft huurder gehouden tot nakoming van de verplichtingen van de huurovereenkomst, waaronder die tot betaling van de huurprijs, tot het moment waarop het voertuig vrij van beslagen weer in het bezit van verhuurder is. Huurder is gehouden verhuurder schadeloos te stellen voor alle uit het beslag voortvloeiende en in verband daarmee gemaakte kosten.
Artikel 16: Ontbinding van de huur
Verhuurder is gerechtigd de huurovereenkomst zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst te beëindigen en zich weer in het bezit van het voertuig te stellen, onverminderd zijn recht op vergoeding van kosten, schaden en rente, indien blijkt dat huurder tijdens de huurperiode één of meer van de verplichtingen van de huurovereenkomst niet, niet tijdig of niet volledig nakomt of zal nakomen, indien huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, hij surseance van betaling aanvraagt, hij in staat van faillissement wordt verklaard, ten aanzien van hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard, hij zijn woonplaats of zetel naar het buitenland verplaatst, er beslag op het voertuig wordt gelegd, of indien verhuurder tijdens de huurperiode van het bestaan van omstandigheden blijkt, die van dien aard zijn dat ware verhuurder hiervan op de hoogte geweest, hij de huurovereenkomst niet was aangegaan. Huurder dient alle medewerking aan verhuurder verlenen om zich weer in het bezit van het voertuig te doen stellen. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade
die het gevolg is van de ontbinding van de huurovereenkomst.
Artikel 17: Aansprakelijkheid van de huurder voor gedragingen of nalatigheden van anderen
Huurder is op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor gedragingen en nalaten van de bestuurder, de passagiers en andere gebruikers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden.
Artikel 18: Bemiddelingsregeling
De bemiddelingsregeling is uitsluitend van toepassing bij geschillen over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden van de leden BOVAG Verhuurbedrijven zakelijke markt. Indien zich een geschil voordoet als omschreven in dit artikel, kan huurder dit geschil binnen drie maanden na het ontstaan ervan schriftelijk voorleggen aan BOVAG Bemiddeling, Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. BOVAG Bemiddeling zal in het geschil bemiddelen en trachten het geschil in der minne op te lossen. Indien de bemiddeling geen resultaat heeft, bericht BOVAG Bemiddeling dit zo spoedig mogelijk aan partijen.
Artikel 19: Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder
1. De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven aan artikel 14 van deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. De persoonsgegevens kunnen tevens worden doorgegeven aan gerechtsdeurwaarders indien sprake is van tanken zonder betaling. Huurder en bestuurder kunnen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal het verzet te allen tijde worden gehonoreerd.
2. De in het eerste lid genoemde gegevens kunnen tevens worden opgenomen in het Autoverhuur Waarschuwingsysteem. BOVAG is namens de afdeling Verhuurbedrijven, postbus 1100, 3980 DC Bunnik naast de verhuurder verantwoordelijk voor verwerking van deze gegevens in het Autoverhuur Waarschuwingsysteem. De persoonsgegevens van huurder en/of van bestuurder kunnen in ieder geval worden opgenomen indien er sprake is van verduistering van het voertuig, indien de huurprijs niet of niet tijdig wordt voldaan en indien er opzettelijk schade wordt toegebracht aan het voertuig. Zie voor een volledige opsomming www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen genoemde personen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en schriftelijk in verzet komen.
Artikel 20: Toepasselijk recht
De huurovereenkomst wordt te allen tijde beheerst door Nederlands recht. Indien huurder ten tijde van het inleiden van een gerechtelijke procedure buiten Nederland woont of gevestigd is, is uitsluitend bevoegd de rechter met bevoegdheid in de vestigingsplaats van verhuurder.
Begripsomschrijving
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
- voertuig: het voertuig of de andere zaak, die het onderwerp is van de huurovereenkomst;
- huurder: de natuurlijke persoon die de huurovereenkomst heeft gesloten in de uitoefening van beroep of bedrijf of de rechtspersoon of personenvennootschap die als huurder de huurovereenkomst sluit;
- verhuurder: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of personenvennootschap die als verhuurder de huurovereenkomst sluit;
- schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder direct of indirect lijdt ten gevolge van:
- beschadiging (waaronder mede begrepen een toestand van het voertuig of van onderdelen daarvan die niet past bij normale slijtage) of vermissing van het voertuig of van toebehoren of onderdelen daarvan, of van een andere zaak van de verhuurder. Tot deze schade behoren onder meer de kosten van vervanging van het voertuig, de derving van huurinkomsten en de kosten van opsporing in geval van vermissing van het voertuig;
- met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar van het voertuig aansprakelijk is;
- bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig;
- bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het voertuig dat zich op een hoogte van meer dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het voertuig bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de grond bevinden;
- afmelden: vorm van inleveren van het voertuig op een andere locatie dan die van verhuurder waarbij huurder aangeeft waar en wanneer het voertuig kan worden opgehaald door verhuurder.
Artikel 1: Bepaling van de huurprijs en de duur van de huur
1. De huurovereenkomst wordt aangegaan voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst is vermeld of anderszins schriftelijk is overeengekomen. Indien geen einddatum op de huurovereenkomst staat vermeld, wordt het voertuig geacht voor een periode van 30 dagen te zijn gehuurd. Na het verstrijken van deze periode zal de huurperiode telkens met 30 dagen worden verlengd, tenzij huurder het voertuig aan verhuurder heeft geretourneerd.
2. Slechts nadoor verhuurder verleende toestemming is het huurder toegestaan het voertuig op een tijdstip gelegen buiten de openingstijden van verhuurder terug te brengen. In dat geval blijft huurder aansprakelijk voor alle schade ontstaan tot het tijdstip waarop verhuurder feitelijk het voertuig heeft ontvangen en geïnspecteerd of heeft laten inspecteren.
3. Vaststelling van het aantal gereden kilometers geschiedt aan de hand van de kilometerteller. Het na het optreden van een defect aan de kilometerteller gereden aantal kilometers wordt op de meest gerede wijze vastgesteld. Voor een PTO- of een koelmotor- bedrijfsurenteller geldt hetzelfde.
Artikel 2: Aflevering voertuig door verhuurder op locatie
1. In geval het voertuig op locatie wordt afgeleverd, dient huurder te tekenen voor in ontvangstname en de staat van het voertuig. Indien huurder bij aflevering niet in staat is hiervoor te tekenen, kan hij tot twee uur na aflevering van het voertuig eventuele afwijkingen met betrekking tot de in ontvangstname en de staat aan verhuurder kenbaar maken. Indien huurder niet of niet-tijdig reageert, stemt hij in met de in ontvangstname en de staat van het voertuig.
2. Indien de huurperiode binnen één uur na openingstijd van verhuurder aanvangt, is verhuurder gerechtigd het voertuig af te leveren tot maximaal vijf werkuren voordat de huurperiode aanvangt. De huurpenningen zijn verschuldigd vanaf de ingang van de huurperiode.
3. Verhuurder levert het voertuig niet af zonder overdracht aan huurder indien er geen veilige en gratis parkeerplaats voorhanden is.
4. Verhuurder geeft de sleutel van het voertuig enkel af aan een daartoe gerechtigd persoon en laat de sleutel niet achter in een brievenbus of andere plek die niet voldoende beveiligd is.
5. Huurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor afleveringen die op zijn verzoek of op verzoek van de bestuurder op locatie plaatsvinden.
Artikel 3: Inlevering voertuig door huurder
1. Huurder dient het voertuig op het tijdstip en de locatie die op de huurovereenkomst vermeld staan in te leveren danwel af te melden.
2. Bij inlevering binnen kantoortijden op een andere locatie dan die van verhuurder dient het voertuig minimaal één uur na afmelding beschikbaar te zijn voor verhuurder om te worden afgehaald. Bij gebreke daarvan loopt de huurovereenkomst door tot de eerstvolgende werkdag.
3. Huurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het tijdig inleveren danwel afmelden van het voertuig. De huurperiode eindigt op het moment dat het voertuig correct is afgemeld. Afmeldingen met terugwerkende kracht en afmeldingen voor momenten in de toekomst zijn niet mogelijk.
4. Indien huurder of bestuurder niet aanwezig is op het moment dat verhuurder het voertuig afhaalt, gaat hij akkoord met de bevindingen van verhuurder inzake de staat van het voertuig.
Artikel 4: Verlenging van de huurperiode
Huurder is verplicht het voertuig uiterlijk op de dag en op het tijdstip dat de huurperiode eindigt aan het in de huurovereenkomst vermelde bedrijf en adres terug te bezorgen, tenzij voordien verlenging van de huurperiode is overeengekomen.
Artikel 5: Overschrijding van de huurperiode
Indien het voertuig niet binnen de in de huurovereenkomst vermelde, eventueel verlengde, periode bij verhuurder of met toestemming van verhuurder bij een derde is ingeleverd, is verhuurder gerechtigd het voertuig onmiddellijk terug te nemen. De uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen van huurder blijven van kracht tot het moment dat het voertuig weer in het bezit is van verhuurder, met dien verstande dat huurder tot aan dat moment een bedrag van € 50,- per dag (exclusief btw) bovenop de huursom verschuldigd wordt, waarbij een gedeelte van een dag als een dag geldt, onverminderd de gehoudenheid van huurder tot vergoeding van door verhuurder te lijden schade.
Artikel 6: Annulering
Annulering van de huurovereenkomst is niet mogelijk, tenzij schriftelijk een annuleringsregeling is overeengekomen.
Artikel 7: Betaling
1. De schulden van huurder zijn brengschulden. Voor aanvang van de huurperiode kan vooruitbetaling van de huurpenningen, alsook betaling van een waarborgsom worden verlangd. Indien het vooruitbetaalde bedrag de te betalen huursom overtreft, strekt deze tevens tot vergoeding van alle andere bedragen die huurder eventueel aan verhuurder verschuldigd is. De waarborgsom ter zake van het eigen risico wordt niet eerder geretourneerd dan zodra het voertuig is ingeleverd. In geval van schade wordt de waarborgsom ter zake van het eigen risico niet eerder geretourneerd dan zodra duidelijk is dat de omvang van de schade het bedrag van het eigen risico niet overschrijdt, waarna hooguit de waarborgsom terzake van het eigen risico minus het schadebedrag wordt geretourneerd.
2. Verhuurder is te allen tijde, zowel bij het aangaan van de huur als bij een eventuele verlenging daarvan, gerechtigd betalingszekerheid of
een opdracht tot betaling per creditcard van huurder te verlangen. Een dergelijke autorisatie is onherroepelijk.
3. Betaling van de huurpenningen dient, tenzij anders is overeengekomen, onmiddellijk na ommekomst van de huurtermijn te geschieden. Betaling van andere bedragen dient te geschieden binnen veertien dagen na de factuurdatum. Indien huurder niet op tijd betaalt, is hij van rechtswege in verzuim. Indien is overeengekomen dat bedragen bij wijze van automatische incasso geïncasseerd zullen worden en dat niet mogelijk is, is huurder in verzuim vanaf het moment van de vergeefse poging tot automatische incasso. Vanaf de datum van verzuim is huurder over het openstaande bedrag de wettelijke handelsrente, vermeerderd met twee procentpunt op jaarbasis verschuldigd, waarbij een gedeelte van een maand als een maand geldt.
4. Indien huurder ook na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is hij daarenboven gehouden tot vergoeding van incassokosten. Onder incassokosten wordt verstaan alle kosten die verhuurder in en buiten rechte maakt voor de invordering van het verschuldigde bedrag met een minimum van 15% van het verschuldigde bedrag dan wel, indien het verschuldigde bedrag kleiner is dan € 500,- (excl. BTW), met een minimum van € 75,- (excl. BTW).
Artikel 8: (Bijkomende) Kosten
1. Bijkomende kosten: Rijklaarmaakkosten, haal- en brengkosten, aftankkosten en contractkosten kunnen in rekening worden gebracht.
2. Kosten verbonden aan het gebruik van het voertuig: Gedurende de huurperiode zijn de aan het gebruik van het voertuig verbonden kosten, zoals tolgelden, kilometerheffing, kosten voor een Eurovignet, kosten uit beschikkingen die voortkomen uit overtredingen en de kosten voor brandstof, reiniging en parkeren voor rekening van huurder.
Artikel 9: Verplichtingen met betrekking tot het gebruik van het voertuig
1. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig, de sleutel en andere toebehoren daarbij of onderdelen daarvan om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt.
2. Huurder is gehouden het voertuig schoon te retourneren. Bij niet-nakoming van deze verplichting kunnen de schoonmaakkosten in rekening worden gebracht, met een minimum van € 25,- (excl. BTW).
3. Huurder is gehouden lading van het voertuig voldoende te borgen.
4. Alleen personen die in de huurovereenkomst als bestuurder - eventueel tevens in de hoedanigheid van huurder - zijn aangeduid, mogen het voertuig besturen, mits zij beschikken over de daartoe vereiste bevoegdheid en bekwaamheid.
5. Het is huurder niet toegestaan het voertuig, de sleutel of andere toebehoren ter beschikking te stellen aan een persoon die niet als bestuurder is vermeld op de voorzijde van het huurcontract, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
6. Het is huurder niet anders dan met schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het voertuig weder te verhuren of anderszins aan een ander in gebruik te geven.
7. Het is huurder niet toegestaan verhuurder jegens derden te verbinden of de schijn daartoe te wekken.
8. Indien verhuuurder inlichtingen aan autoriteiten dient te verstrekken over de identiteit van de persoon die op enig moment het voertuig heeft bestuurd of gebruikt, dient huurder deze identiteit desverzocht aan verhuurder mede te delen.
9. Het is huurder niet toegestaan lifters of dieren in het voertuig mee te nemen, het voertuig te gebruiken voor rijles of met het voertuig wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidsproeven te houden, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
10. Het is huurder niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.
11. Huurder dient alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en dient gevolg te geven aan een oproep van verhuurder om het voertuig voor onderhoud aan te bieden. Een dergelijke oproep van verhuurder zal zo tijdig gedaan worden dat huurder daaraan redelijkerwijs kan voldoen.
12. Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen. Huurder is verplicht tot het ongedaanmaken van door hem of namens hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen; huurder kan terzake geen enkel recht op vergoeding doen gelden.
13. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken met, indien vereist, de vereiste toevoegingen.
14. In geval van schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid.
15. In geval van schade aan of vermissing van het voertuig, toebehoren daarbij of onderdelen daarvan of enige gebeurtenis waaruit met grote mate van waarschijnlijkheid schade kan volgen, is huurder verplicht:
- verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen;
- de instructies van verhuurder op te volgen;
de politie ter plaatse te waarschuwen;
- gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder of aan diens verzekeraar te verstrekken;
- binnen 48 uur een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier met, indien vereist, een kopie rijbewijs van de bestuurder aan verhuurder te overleggen;
- zich van erkenning van schuld in enigerlei vorm te onthouden;
- het voertuig niet achter te laten zonder het behoorlijk tegen het risico van beschadiging of vermissing beschermd te hebben;
- de verhuurder en door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking te verlenen ter verkrijging van schadevergoeding van derden of ten verwere tegen aanspraken van derden.
16. Huurder dient verhuurder zo spoedig mogelijk te informeren over:
- verstoring van de werking van de kilometerteller, de tachograaf, de snelheidsbegrenzer of de PTO- en koelmotor- en bedrijfsurenteller;
- verbreking van het verzegelplan van het brandstoftoevoersysteem;
- defect raken van het voertuig of over een storing die het voertuig vertoont ;
- beslaglegging op het voertuig;en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd dient te worden.
17. Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan bestuurder, passagiers en andere gebruikers van het voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.
Artikel 10: Aansprakelijkheid van de huurder voor schade
1. Indien tussen partijen geen schadebeschrijving van het voertuig is opgemaakt, wordt huurder verondersteld het voertuig in onbeschadigde toestand te hebben ontvangen.
2. Huurder is aansprakelijk voor alle schade van de verhuurder die is ontstaan ten gevolge van enige gebeurtenis tijdens de huurperiode of anderszins verband houdende met de huur van het voertuig, met inachtneming van het navolgende.
3. Indien er een eigen risico in de huurovereenkomst is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van huurder voor schade per schadegeval beperkt tot het bedrag van het eigen risico, tenzij:
- de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 9 of anderszins daarmee verband houdt;
- de schade is ontstaan ten gevolge van gebruik van het voertuig op onverhard terrein, of gebruik van het voertuig op terrein waarvoor het
voertuig kennelijk niet geschikt is, of terrein waarvan de huurder of bestuurder ter kennis is gegeven dat het betreden op eigen risico geschiedt;
- het voertuig aan een derde is wederverhuurd, ook indien verhuurder daarin heeft toegestemd;
- de schade is ontstaan doordat huurder de instructies van verhuurder niet heeft opgevolgd;
- de schade is ontstaan door of na diefstal, verduistering of een andere wijze van wegneming van het voertuig en huurder de bij het voertuig behorende sleutels, bediening van de alarminstallatie of de bij het voertuig behorende bescheiden (zoals het kentekenbewijs en de grensdocumenten) niet alle bij verhuurder heeft ingeleverd;
- de schade het gevolg is van de verwezenlijking van het gevaar dat verbonden is met het vervoeren, opslaan, laden en lossen van gevaarlijke, ontplofbare, ontvlambare, oxyderende of giftige stoffen. Indien verhuurder door huurder gestelde feiten met betrekking tot de oorzaak van de schade gemotiveerd betwist, dient huurder diens feitelijke stellingen te bewijzen.
4. Indien krachtens een door verhuurder al dan niet verplicht afgesloten verzekeringsovereenkomst tegen het risico van cascoschade of tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid een uitkering wordt verstrekt aan verhuurder of aan een derde, laat dat de aansprakelijkheid van de huurder onverlet.
5. In afwijking van het overeengekomen eigen risico, geldt een hoog eigen risico van maximaal € 5.000,- in geval van bovenhoofdse schade.
6. Indien de schade gevolg is van enig nadeel dat met of door het voertuig is toegebracht, wordt de omvang daarvan op voorhand bepaald op het bedrag van de aan de rechtstreeks benadeelde verstrekte schadeloosstellingen, eventueel vermeerderd met andere schade van de verhuurder.
7. De schade ten gevolge van de onmogelijkheid het voertuig tijdens de periode van herstel of vervanging te verhuren, wordt op voorhandbepaald op het aantal dagen gemoeid met herstel of vervanging van het voertuig, vermenigvuldigd met de huurprijs per dag, verminderd met 10% in verband met besparing van variabele kosten.
8. In geval van schade in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het voertuig voor rekening van verhuurder, tenzij er sprake is een omstandigheid als bedoeld in het derde lid van dit artikel.
Artikel 11: Herstellingen van het voertuig
1. Herstellingen dienen in het bedrijf van verhuurder te worden uitgevoerd. Indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is, dienen de werkzaamheden te worden verricht door een garagebedrijf dat behoort tot het dealernet van de importeur van het betreffende merk of een garagebedrijf dat door verhuurder daartoe is aangewezen. Huurder dient alvorens het voertuig voor herstellingen aan te bieden, hiertoe toestemming van verhuurder te krijgen.
2. Huurder zal op eerste verzoek van verhuurder het voertuig ter keuring, reparatie of controle aanbieden.
Artikel 12: Gebreken aan het voertuig en aansprakelijkheid verhuurder
1. Tussen partijen kan een tekortkoming aan het voertuig die geen verband houdt met onzorgvuldig onderhoud, niet als gebrek gelden.
2. Verhuurder is slechts gehouden gebreken te verhelpen indien hij deze gebreken bij het aangaan van de huurovereenkomst kende of behoorde te kennen, dit redelijkerwijze mogelijk is en dit geen uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze niet van verhuurder zijn te vergen.
3. In geval van gebreken heeft huurder slechts recht op vermindering van de huurprijs als verhuurder bij het aangaan van de huurovereenkomst de gebreken kende of behoorde te kennen.
4. Verhuurder is slechts aansprakelijk voor schade ten gevolge van gebreken indien hij bij het aangaan van de huurovereenkomst de gebreken kende of behoorde te kennen.
Artikel 13: ROB-Net en submodules ROB-EF
1. De overdue functie in het ROB-systeem betreft een signaalfunctie. Het niet akkoord geven op een verlengingsaanvraag staat niet gelijk aan een afmelding. Alleen indien een afmelding aan de eisen voldoet, wordt de huurperiode beëindigd.
2. Huurder dient de voorlopige factuur via ROB-EF, rekening houdende met het aantal huurdagen en gereden kilometers gedurende de periode dat huurder het voertuig tot zijn beschikking heeft gehad, binnen 8 werkuren nadat deze is opgesteld goed te keuren. Artikel 14: Van overheidswege opgelegde sancties en maatregelen
Voor rekening van huurder zijn alle sancties en gevolgen van maatregelen die in verband met het ter beschikking hebben c.q. gebruiken van het voertuig van overheidswege worden opgelegd, tenzij deze verband houden met een defect dat bij aanvang van de huur reeds aanwezig was.Indien deze sancties en maatregelen aan verhuurder worden opgelegd, is huurder gehouden verhuurder op diens eerste verzoek schadeloos te stellen, waarbij huurder aanvullend de kosten van incasso in en buiten rechte verschuldigd wordt, met een minimum van € 25,- (excl. BTW). Indien verhuurder in verband met enige gedraging of nalaten van huurder, zoals een verkeersovertreding, informatie aan autoriteiten verstrekt, is huurder gehouden de daarmee gepaard gaande kosten te vergoeden, met een minimum van € 10,- (excl. BTW).
Artikel 15: Beslag op het voertuig
Ingeval van administratief-, civiel- of strafrechtelijk beslag op het voertuig, blijft huurder gehouden tot nakoming van de verplichtingen van de huurovereenkomst, waaronder die tot betaling van de huurprijs, tot het moment waarop het voertuig vrij van beslagen weer in het bezit van verhuurder is. Huurder is gehouden verhuurder schadeloos te stellen voor alle uit het beslag voortvloeiende en in verband daarmee gemaakte kosten.
Artikel 16: Ontbinding van de huur
Verhuurder is gerechtigd de huurovereenkomst zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst te beëindigen en zich weer in het bezit van het voertuig te stellen, onverminderd zijn recht op vergoeding van kosten, schaden en rente, indien blijkt dat huurder tijdens de huurperiode één of meer van de verplichtingen van de huurovereenkomst niet, niet tijdig of niet volledig nakomt of zal nakomen, indien huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, hij surseance van betaling aanvraagt, hij in staat van faillissement wordt verklaard, ten aanzien van hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard, hij zijn woonplaats of zetel naar het buitenland verplaatst, er beslag op het voertuig wordt gelegd, of indien verhuurder tijdens de huurperiode van het bestaan van omstandigheden blijkt, die van dien aard zijn dat ware verhuurder hiervan op de hoogte geweest, hij de huurovereenkomst niet was aangegaan. Huurder dient alle medewerking aan verhuurder verlenen om zich weer in het bezit van het voertuig te doen stellen. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade
die het gevolg is van de ontbinding van de huurovereenkomst.
Artikel 17: Aansprakelijkheid van de huurder voor gedragingen of nalatigheden van anderen
Huurder is op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor gedragingen en nalaten van de bestuurder, de passagiers en andere gebruikers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden.
Artikel 18: Bemiddelingsregeling
De bemiddelingsregeling is uitsluitend van toepassing bij geschillen over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden van de leden BOVAG Verhuurbedrijven zakelijke markt. Indien zich een geschil voordoet als omschreven in dit artikel, kan huurder dit geschil binnen drie maanden na het ontstaan ervan schriftelijk voorleggen aan BOVAG Bemiddeling, Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. BOVAG Bemiddeling zal in het geschil bemiddelen en trachten het geschil in der minne op te lossen. Indien de bemiddeling geen resultaat heeft, bericht BOVAG Bemiddeling dit zo spoedig mogelijk aan partijen.
Artikel 19: Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder
1. De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven aan artikel 14 van deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. De persoonsgegevens kunnen tevens worden doorgegeven aan gerechtsdeurwaarders indien sprake is van tanken zonder betaling. Huurder en bestuurder kunnen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal het verzet te allen tijde worden gehonoreerd.
2. De in het eerste lid genoemde gegevens kunnen tevens worden opgenomen in het Autoverhuur Waarschuwingsysteem. BOVAG is namens de afdeling Verhuurbedrijven, postbus 1100, 3980 DC Bunnik naast de verhuurder verantwoordelijk voor verwerking van deze gegevens in het Autoverhuur Waarschuwingsysteem. De persoonsgegevens van huurder en/of van bestuurder kunnen in ieder geval worden opgenomen indien er sprake is van verduistering van het voertuig, indien de huurprijs niet of niet tijdig wordt voldaan en indien er opzettelijk schade wordt toegebracht aan het voertuig. Zie voor een volledige opsomming www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen genoemde personen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en schriftelijk in verzet komen.
Artikel 20: Toepasselijk recht
De huurovereenkomst wordt te allen tijde beheerst door Nederlands recht. Indien huurder ten tijde van het inleiden van een gerechtelijke procedure buiten Nederland woont of gevestigd is, is uitsluitend bevoegd de rechter met bevoegdheid in de vestigingsplaats van verhuurder.